Bindweefsel in plaats van vet
Tijdens liposculptuur wordt een vetlaagje selectief verwijderd. In de maanden na de ingreep maakt het lichaam op die plek nieuw bindweefsel aan, vooral collageen. Dit bindweefsel blijft aanwezig. Het is lichaamseigen weefsel en wordt niet afgebroken zoals vet dat kan worden bij gewichtsverlies of diëten.
Ruimtes voor vetopslag worden afgesloten
Vetcellen slaan vet op in bepaalde genetisch bepaalde zones, zoals de onderbuik, taille of binnenkant van de dijen. Na liposculptuur en de aanmaak van bindweefsel worden deze ruimtes als het ware “afgesloten”. Het bindweefsel krimpt in en sluit de vroegere vetopslagplaatsen af.
De resterende vetcellen in die zone worden letterlijk ingeklemd tussen het spierweefsel (zoals buikspieren of dijspieren) en het nieuwe bindweefsel. Daardoor kunnen ze moeilijk uitzetten of nieuwe vetreserves opslaan.
Vet wordt anders verdeeld bij gewichtstoename
Ons lichaamsgewicht schommelt het hele jaar door. Een kleine toename van 1,5 tot 2 kg in de winter is normaal.
Maar na een liposculptuurbehandeling wordt vet niet meer opgestapeld op de klassieke probleemzones. In plaats daarvan wordt het verspreid over het hele lichaam: van het gelaat tot de enkels. Dit betekent dat de klassieke “vetophopingen” niet meer terugkomen, zelfs bij lichte gewichtstoename.
Een stabieler figuur
Doordat vetopslag niet meer plaatselijk gebeurt, blijft het lichaamsfiguur stabieler. De behandelde zones blijven slanker en strakker. De proporties raken niet meer uit balans. Het lichaam houdt dus beter zijn vorm, zelfs met normale gewichtsschommelingen.